Een los financieel beleid, solide arbeidsmarkten en geopolitieke verwikkelingen blijven de grootste uitdagingen voor een verder intact deflatoir pad.
De wereldwijde economische groei zal gematigd zijn en iets boven het niveau van vorig jaar liggen. Voorlopig stokt de deflatie onder invloed van sterke overheidssteun, geopolitieke onzekerheden en stabiele arbeidsmarkten. Desondanks zullen renteverlagingen naar verwachting aan het begin van de zomer beginnen. Lage werkloosheid en stijgende reële lonen kunnen de vraag opdrijven.
Door Michael Blümke, Senior Portfoliomanager bij Ethenea
Een gematigde groei die eigenlijk iets boven het niveau van vorig jaar ligt, gaat gepaard met een inflatie die zowel boven het niveau van voor de pandemie als boven de vastgestelde streefpercentages van de centrale banken uitkomt. Een los financieel beleid, solide arbeidsmarkten en geopolitieke verwikkelingen blijven de grootste uitdagingen voor een verder intact deflatoir pad. Daarom is er niets veranderd aan onze wereldwijde groeiprognose.
De centrale banken in de geavanceerde economieën zullen hun beleid in 2024 versoepelen. Hoe dan ook willen ze hun op gegevens gebaseerde aanpak benadrukken. In het licht van de beter dan verwachte economische cijfers en de hardnekkige inflatie is de marktverwachting inzake renteverlagingen teruggekeerd naar precies datgene wat de centrale banken al maandenlang consequent zeggen.
Gezien het grote aantal verkiezingen dat plaatsvindt, kan sterke overheidssteun worden verwacht. De keerzijde hiervan zijn verder oplopende begrotingstekorten, die men op dit moment niet noemenswaardig als een risico beschouwt voor renteverhogingen of als aanjager van renteverhogingen. Op de langere termijn beschouwen we dit echter als een enorm probleem dat niet genegeerd kan worden.
Verenigde Staten: de Fed aarzelt om de renteverlagingscyclus te starten
De Amerikaanse economische groei vertraagt ten opzichte van 2023, maar gaat nog steeds in een redelijk tempo door. De Fed heeft haar groei- en inflatieprognoses voor 2024 naar boven bijgesteld. De bbp-groei in het eerste kwartaal bedraagt nu 2,1% op jaarbasis.
Hoewel de laatste cijfers zwakker waren dan aan het begin van het jaar, zullen de vraag naar diensten en een gezonde arbeidsmarkt de groei in de VS blijven ondersteunen. Het consumentenvertrouwen daalde in februari, maar blijft solide, dankzij het optimisme over de inflatievooruitzichten. De arbeidsmarkt normaliseert zich verder. Het werkgelegenheidscijfer steeg in februari aan een gezond tempo, hoewel de cijfers voor de voorgaande maanden naar beneden werden bijgesteld. De werkloosheid steeg naar 3,9%, terwijl het uurloon daalde en het aantal ontslagen afnam.
De deflatie komt tot stilstand: in februari overtroffen de prijsstijgingen voor de tweede maand op rij de verwachtingen. De inflatieverwachtingen stegen licht. Zowel de algemene als de kern-index van de consumentenprijzen lag 0,4% hoger dan de maand ervoor, wat te danken is aan de hardnekkige inflatie in de dienstensector. Wat de producentenprijzen betreft, zien we een soortgelijke ontwikkeling.
Juist om deze redenen aarzelt de Fed om de renteverlagingscyclus te starten. Een verlaging in juni is nog steeds de meest waarschijnlijke optie. De solide economische groei en de aantrekkende Amerikaanse inflatie zijn tekenen dat de financiële voorwaarden waarschijnlijk niet zo restrictief zijn als wordt aangenomen. De Fed zou haar beleid zelfs eerder kunnen versoepelen dan de economische situatie rechtvaardigt, om te voorkomen dat ze te dicht bij de presidentsverkiezingen handelt.
Het blijft onzeker hoe laag de rente moet zijn om het dubbele mandaat van de Fed duurzaam te vervullen. In feite kan één aanpassing al genoeg zijn, zoals in 1995 het geval was. Het aangekondigde aantal is nog steeds drie.
Eurozone: eerste renteverlaging in juni
In het eerste kwartaal van 2024 bleef de economische activiteit in de eurozone zwak. De ECB heeft haar groei- en inflatieprognose naar beneden bijgesteld: de economische activiteit zal in 2024 met slechts 0,6% toenemen en de inflatieverwachting is verlaagd van 2,7% naar 2,3%.
Wij verwachten dat de groei in de eurozone in de eerste helft van 2024 zal stagneren. Maar het ergste ligt waarschijnlijk achter ons. Het bbp zou in de tweede helft van het jaar zelfs sterker kunnen stijgen als gevolg van de dalende inflatie, de solide overheidssteun en de monetaire versoepeling.
De inkoopmanagersindices zijn opnieuw gestegen. Voor het eerst sinds mei 2023 komt de totale index boven de 50, wat duidt op een verbetering van de macro-economische omstandigheden. De arbeidsmarkt blijft robuust en dankzij de lage werkloosheid en stijgende reële lonen verwachten we dat de consumentenbestedingen de komende maanden een toenemende steun zullen bieden.
De deflatoire trend blijft intact, maar zoals geweten is de laatste duw om de inflatie naar de doelstelling te krijgen het moeilijkst. Sterke loonstijgingen en een lage productiviteit betekenen dat de loonkosten per eenheid stijgen, wat de vooruitgang in de strijd tegen de inflatie belemmert.
De inflatie lijkt zich te stabiliseren boven de doelstelling van de ECB. In het licht van de stagnerende economische groei wordt de roep om een renteverlaging echter steeds luider. Wij verwachten de eerste renteverlaging nog steeds in juni, maar vanwege de zwakke economie en het feit dat de groei- en inflatieprognoses naar beneden zijn bijgesteld, sluiten we niet uit dat de ECB de rente in het voorjaar verlaagt - en dat eerder doet dan de Fed.
China: herstelde economie ondanks vastgoedproblemen
In maart zette het Nationale Volkscongres China's prioriteiten en doelstellingen voor 2024 uiteen. De doelstelling van 5% economische groei is ambitieuzer dan vorig jaar vanwege het basiseffect. Met ongeveer 3,9% van het bbp is het beoogde begrotingstekort vergelijkbaar met 2023. De inflatiedoelstelling is 3%. Hoewel het begrotingsbeleid zeer expansief zal blijven, is er nog voldoende ruimte om het monetaire beleid te versoepelen. De in februari gepubliceerde algemene inflatie van 0,7% ligt boven de verwachtingen, maar onder de doelstelling.
In het eerste kwartaal herstelde de economie zich ondanks de vastgoedproblemen. De consumentenvraag blijft de drijvende kracht achter het herstel, vooral in de dienstensector, dankzij de detailhandelsverkopen. We zien nu een positief overloopeffect van de dienstenvraag op de vraag naar duurzame goederen. Onder impuls van de infrastructuuruitgaven verbeteren de industriële productie en de kapitaalinvesteringen. De inkoopmanagersindices stabiliseren zich op een licht expansief niveau.
De impact van de vastgoedsector lijkt de laatste tijd te zijn verslechterd. Daarom moeten de politieke leiders actief gebruik blijven maken van het fiscale en monetaire beleid als ze hun doel willen bereiken om de economische activiteit nieuw leven in te blazen en hun groeidoelstelling voor 2024 te behalen.