Er worden steeds vaker vraagtekens gezet bij de waardering van de aandelenmarkt. Zo heeft de S&P 500 op dit moment een CAPE van 39,5. Dat is ver boven het historisch gemiddelde van 16 en niet ver onder de hoogste stand ooit (44) in het jaar 2000.
CAPE, ook wel Shiller K/W, vergelijkt de koers van aandelen met het inflatie-gecorrigeerde gemiddelde van de winsten over tien jaar om te bepalen of de markt over- of ondergewaardeerd is. Om die reden is het een relatief goede graadmeter om beurzen uit verschillende periodes met elkaar te vergelijken.
FOMO
Aandelen zijn dus aan de dure kant, dat kan moeilijk ontkend worden. De euforie op de beurzen lijkt steeds grotere vormen aan te nemen. Misschien is het aardig om een uitspraak van Warren Buffet uit 1999 nog eens aan te halen.
Hij deed die aan de vooravond van de meest beruchte melt-up uit de geschiedenis, de dot.com-rally. ‘Wanneer een bullmarket eenmaal op weg is en een punt heeft bereikt waarop iedereen geld verdient, professional of beginneling, en alles alleen maar lijkt te stijgen, worden er beleggers naar de beurs gelokt die helemaal geen interesse meer hebben in bedrijfsresultaten of de rentestand. Ze worden slechts aangetrokken door de gedachte dat ze hoe dan ook in aandelen moeten zitten.’
Overdreven euforie?
Is daar nu sprake van? Nee. Het enthousiasme rond AI lijkt inderdaad weinig grenzen te kennen. Maar diverse sentimentsindicatoren wijzen nog zeker niet op doorgeslagen euforie. Zo geeft de CNN Fear and Greed index nog de stand Neutraal aan. Een stand van 53 op een schaal van 1 tot 100 duidt zeker niet op een overspannen markt. Ook andere sentimentsindicatoren duiden niet op overdreven euforie. Er lijkt dus nog ruimte. Die ruimte wordt ook door verschillende fundamentele indicatoren ondersteund.
Zo groeide de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal met 3,8 procent. Nu kun je zeggen dat dat vooral een verhaal was van vooraf grootschalig ingeslagen voorraden, vooruitlopend op de tarieven van Trump. Zeker. Maar ook in het net afgesloten derde kwartaal groeide het BNP van de Verenigde Staten met 3,8 procent volgens GDPNow van de Atlanta Fed. De consument blijft besteden. De detailhandelsverkopen in de Verenigde Staten stegen op jaarbasis met 5 procent. Gecorrigeerd voor inflatie is dat nog steeds 2 procent.
Er worden nauwelijks meer nieuwe banen gecreëerd, dat is waar. Maar de werkloosheid bedraagt nog altijd maar 4,3 procent. Dat is historisch laag. Weinig nieuwe banen erbij, maar ook nauwelijks ontslagen. De inflatie is inderdaad wel hardnekkig. De CPI ligt met 2,9 procent duidelijk boven de doelstelling van 2 procent van de Fed. Maar de Fed heeft inmiddels aangegeven dat van de beide mandaten de werkloosheid prioriteit heeft boven de inflatie. De centrale bank verlaagde vorige maand de rente voor de eerste keer dit jaar. De markt verwacht nog twee verdere renteverlagingen in 2025.
En de winstmarges dan? Die komen mogelijk onder druk te staan als gevolg van de importheffingen. Tot op heden lijken die de bedrijfswinsten nauwelijks te deren. De marktverwachting is dat de bedrijfswinsten van de 500 bedrijven uit de S&P 500 met 8 procent zijn toegenomen in het derde kwartaal. Overigens zullen vooral de winsten van de grote technologiebedrijven beleggers interesseren vanwege hun enorme weging in de index. Tegenvallende winsten van Big Tech zullen de markt vrijwel zeker naar bedeneden trekken.
Oververhitting op komst
Naast een stimulerende Fed heeft ook de overheid de geldkraan wagenwijd opengezet. Het enorme begrotingstekort werkt als een motor voor de economie. Ja, de staatsschuld loopt op. Maar al dat geleende geld komt uiteindelijk weer in de economie terecht. Daar worden niet alleen producten en diensten van gekocht maar ook beleggingen. Daarnaast begint Trumps Big Beautiful Bill met de belastingverlagingen langzaam door te werken in de economie.
Dat de beurzen blijven stijgen is dan ook niet zo vreemd. De grote vraag is eigenlijk alleen maar wanneer dit ophoudt. Een economie die zo zwaar wordt gestimuleerd raakt op enig moment oververhit. Enorme personeelstekorten, mede aangewakkerd door het immigratiebeleid van de regering, en een flink gestimuleerde vraag zullen vroeg of laat tot hogere prijzen leiden. Inflatie ligt dan op de loer. Met name de investeringen in AI zouden kunnen ontsporen. Vooral de steeds grootsere vormen aannemende circulaire financiering tussen AI-bedrijven onderling doet de nodige alarmbellen rinkelen.
De vergelijking met de dot.com-rally wordt steeds vaker gemaakt. De komst van internet leidde in de jaren ’90 tot een wel erg uitbundige stemming op de beurzen. Er werd met geld gesmeten. Veel investeringen zouden nooit worden terugverdiend. Na een jaren durende bullmarket sloeg het sentiment om. Er volgde een crash van 80 procent op de Nasdaq.
Is een herhaling denkbaar? Zeker, want ook andere perioden van technologische innovatie in de geschiedenis - spoorwegen, industriële revolutie - kenden een soortgelijk verloop. Een overmaat aan optimisme stuwt de koersen naar onhoudbare niveaus en er volgt een ontnuchterende koersval. Na de crash komt de technologische revolutie overigens pas echt op gang.
Waarschuwingen voor een bubbel komen vaak veel te vroeg. De top van een rally is niet te timen. Al in de beginfase ervan beginnen deskundigen te roepen dat het snel over zal zijn. Iedere keer reageert de beurs met een daling, om vervolgens zijn weg omhoog weer te vervolgen. Aandelen overgewaardeerd? Schulden te hoog? Inflatie loopt uit de hand? De economie raakt in een recessie? Het zal allemaal wel. Beleggers halen na de zoveelste waarschuwing hun schouders op. Niet kijken, doorkopen.
Het is een feit dat slecht nieuws verkoopt, dus ook berichten over een naderende crash. Doemscenario’s worden serieus genomen. De vertellers ervan maken immers een intelligentere indruk dan degenen die roepen dat aandelen nog wel even blijven stijgen. Er volgt een volledige argumentatie waarom de beurs wel moet gaan dalen.
Wat echter licht wordt vergeten is dat al deze argumenten reeds lang in de koersen zijn verwerkt. Bullmarkets always climb a wall of worries. En na verloop van tijd houdt de financiële pers op met het publiceren van negatieve artikelen. Niemand leest ze meer.
Pas dan moeten beleggers gaan uitkijken. Dan is namelijk al het goede nieuws wel zo’n beetje ingeprijsd in de markten. Wat moet de beurs dan nog verder doen stijgen?
Vals alarm
Onderzoek wijst uit dat waarschuwingen over een naderende crash gemiddeld genomen anderhalf jaar te vroeg komen. Dat zou heel goed kunnen. Dat is op zich natuurlijk ook weer een gevaarlijke stelling. Want beleggers kunnen dat weer als handvat gaan nemen om de markt alsnog te gaan timen. En dat kunnen ze wellicht beter achterwege laten. Het wachten op een crash blijkt vaak grotere financiële schade tot gevolg te hebben dan de crash zelf.
Wat moet je als belegger dan wel doen? Blijf beleggen, maar zorg voor een buitengewoon goede spreiding in de portefeuille.
Martine Hafkamp is algemeen directeur van Fintessa Vermogensbeheer. Fintessa is een zelfstandig, onafhankelijk en gespecialiseerd vermogensbeheerkantoor uit Baarn, en tweevoudig winnaar van de Gouden Stier. Deze publicatie is samengesteld door Fintessa B.V. De in deze publicatie vermelde gegevens zijn ontleend aan door Fintessa B.V. betrouwbaar geachte bronnen en publiekelijk bekende informatie. Deze publicatie bevat beleggingsaanbevelingen, maar geen beleggingsadvies noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Voor de juistheid en volledigheid van de genoemde feiten, gegevens, meningen, verwachtingen en uitkomsten daarvan kan Fintessa B.V. niet instaan. Fintessa B.V. is een beleggingsonderneming en beschikt over een vergunning op grond van de Wet financieel toezicht. Fintessa B.V. staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Voor de uitgebreide Disclaimer verwijzen wij naar onze website www.fintessa.nl.